In ‘Nachtged(a)(i)chten’ vertelt Tirza Drisi op een dichterlijke manier wat haar bezighoudt, over hoop, geloof en liefde. Deze bundel is een heel ander boek dan De gekleurde bastaard, haar eerste boek, waarin ze vertelt over haar leven en dat van haar moeder, levens die ze in een historisch perspectief plaatst.
Ook in dit tweede boek roept Tirza vragen op. Vragen die universeel zijn, zoals: ‘Is er leven na de dood?’ Wat haar bezighoudt, is niet uniek. De manier waarop ze het verwoordt is wel een heel eigen manier. De teksten worden hier en daar aangevuld met foto’s. Veelal beelden die Tirza op haar wandelingen heeft gemaakt. 'De natuur is een inspiratiebron', vertelt ze in het voorwoord. Oók de actualiteiten zijn een bron van inspiratie. Verder wordt ze geïnspireerd door ‘alledaagse’ dingen, die zo alledaags niet zijn, wanneer je er met je hart naar kijkt.
Tirza Drisi (Paramaribo, september 1953) verhuist in 1956 van Paramaribo naar Den Haag, gaat naar de lagere school, naar de HBS en een jaar naar de VU. Ze remigreert in 1978 naar Suriname en keert in 1989 terug naar Nederland. Aan de TU Delft is Tirza werkzaam als vakgroepsecretaresse tot 2004. Dan rondt ze de avondopleiding tot lerares basisonderwijs af en maakt de overstap naar het onderwijs. Na haar pensionering heeft ze de tijd gevonden om zich op de schrijfkunst toe te leggen.